Demonische Donderdagen

Ashmedai

In de Ars Goetia-trilogie spelen verschillende demonen mee, met wel zeer exotisch klinkende namen. Dat is ook een van de meest gehoorde feedback, denk ik: “Die namen…”

Al dan niet vergezeld van het nodige gekreun.

Tja… de namen zijn niet simpel, dat geef ik toe. Maar ik heb ze dan ook niet zomaar uit de lucht geplukt.

Nee, ze zijn eigenlijk zorgvuldig gekozen uit verschillende bronnen, waaronder o.a. de Bijbel, de Talmud, de Ars Goetia (uiteraard), enz. Maar waarom net déze demonen? Waarom niet Jantje en Pietje en Jefke? Of andere – misschien gemakkelijker uitspreekbare – namen? Dat leer je hier, in de nieuwe reeks: Demonische Donderdagen.

En wie kan er best de spits afbijten dan de opperdemon (in mijn boeken toch): Ashmedai!


What’s in a name?

Ashmedai speelt niet zonder reden de rol van demonenkoning in mijn boeken. Want eigenlijk is dit gewoon een andere schrijfwijze voor “Asmodeus”. Die naam klinkt wellicht al bekender in de oren, vermoed ik?

Indien niet, geen nood. Hierna weet je (quasi) alles wat er over hem te weten valt.

Koning of prins?

Ashmedai is wel degelijk een koning, ook in de Ars Goetia. Met dat verschil dat er in de Ars Goetia sprake is van meerdere koningen (9 om precies te zijn) en ik het bij eentje gehouden heb. Gezien de last die Cassandra al met dit ene exemplaar heeft, leek me dat het beste 😉


Andere bronnen noemen hem dan weer een van de zeven prinsen van de hel, die elk een van de zeven hoofdzonden representeren: hoogmoed, hebzucht, onkuisheid, afgunst, gulzigheid, gramschap en traagheid. Dewelke is Ashmedai precies? Ah, die van lust natuurlijk! En dat zegt niet alleen de bijbel.

Lustdemon

In verschillende bronnen keert het lustthema terug.

In het boek van Tobit, bijvoorbeeld, weerhoudt hij er wel zeven echtgenoten van hun huwelijk te consumeren met Sarah, omdat Ashmedai haar zelf begeert. Het is uiteindelijk haar 8e toekomstige die – met wat engelachtige hulp van Rafael – erin slaagt Ashmedai te verslaan en dus – eindelijk – zijn huwelijk te consumeren.

In de Talmud is Ashmedai een “toffe peer” met wie het gezellig pintelieren is, maar denkt hij alweer vooral met die hersenen in zijn broek door de vrouwen (ja, meervoud!) van Salomon te begeren en later ook Bathsheba, de latere vrouw van David (die we kennen van Goliath).

En in de Malleus Maleficarum krijgt hij officieel de titel “demon van lust”.

Het zijn die terugkerende verhalen die mij de inspiratie hebben gegeven om ook in de Ars Goetia-trilogie seks als voorkeurswapen van Ashmedai te gebruiken. Maar wie denkt dat ik hier de zoveelste “Vijftig tinten Grijs” variant heb geschreven, moet ik teleurstellen. Ik hou het vrij impliciet. Anders zou het geen Young/New Adultroman zijn.

Ashmedai – Salomon: 1 – 1

Nog een terugkerend verhaal is dat van Ashmedai en koning Salomon. Niet alleen begeerde Ashmedai de vrouwen van Salomon, maar Salomon, onze eeuwige slimmerik, slaagde erin Ashmedai in te zetten bij de bouw van zijn tempel.

Salomon mocht geen ijzer gebruiken om steen te splijten. Dat wordt namelijk gebruikt voor wapens en is daardoor onrein. Hij had dus ander materiaal nodig om steen te kunnen bewerken. Via een list kwam hij van Ashmedai te weten welk materiaal hiervoor geschikt was.

Maar Ashmedai, zelf geen domoor, kon op zijn beurt Salomons ring bemachtigen en diens plaats op de troon innemen. Daarop werd Salomon vierhonderd Perzische mijlen1 weggekatapulteerd.


1 als je dat getal al veel vindt, weet dan dan 1 Perzische mijl gelijk is aan 2,6 Engelse mijlen, wat betekent dat Salomon wel 1036 Engelse mijlen, oftewel een slordige 1667 kilometer, door de lucht vloog. Dat is ongeveer de afstand tussen Brussel en Sofia (Bulgarije) in vogelvlucht!


Ook dit verhaal is een beetje zijn eigen leven gaan leiden in mijn boeken, maar daarover kan ik in dit stadium nog niet al te veel kwijt, vrees ik. Mischien later… 😉

Wraakdemon

Een laatste reden om voor Ashmedai te kiezen als “hoofddemon” was dat hij ook gekend staat als wraakdemon. In mijn trilogie is echter niet Ashmedai die wraak zoekt, maar Cassandra, maar ik vond deze typering zo passend bij het verhaal dat ik – alles in beschouwing genomen – niet anders kon dan Ashmedai gebruiken als mijn Demonenkoning.

And everything else is history…

Wist je dat…

De Amsterdamse uitdrukking “naar de ratsmodee” eigenlijk afstamt van het Jiddisch “nooch der Asjmedaj”. Bij ons Vlamingen is het een minder bekende uitdrukking, maar “naar de bliksem” zal al heel wat bekender in de oren klinken.


Bronnen

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.